Op Paaszondag leest de kerk vaak uit het evangelie van Johannes over de ontmoeting van de opgewekte Jezus met Maria van Magdala. Altijd moet ik dan denken aan de prachtige vondst van schrijver Maarten ’t Hart. Hij is een van mijn favoriete schrijvers. Johannes ook, maar ’t Hart niet minder.

 

In zijn bundel ‘De Schrift betwist’ vraagt hij zich af hoe het kan dat Maria de opgestane Jezus voor de tuinman aanziet. Zie Johannes 20 vers 15. Nou, dat is nogal wiede(n)s. Als alle lijkwade-doeken nog ìn het graf lagen, móest Jezus wel in Adamskostuum de graftuin zijn ingewandeld! Maar omdat hij zó natuurlijk nergens kon verschijnen, is hij het schuurtje ingegaan, dat op elke begraafplaats te vinden is. Daar staan de hark, de schoffel en de schep; daar hangen de gieters; èn daar hangt de overall van de tuinman. Die heeft Jezus aangetrokken. Geen wonder dat Maria dacht dat zij de tuinman zag.

Ik vind het een aannemelijke verklaring. Maarten zit in de goede richting. Maar Johannes heeft een nog diepzinniger bedoeling. Inderdaad: een twééde Adam is opgestaan! De nieuwe mens! De mens die opnieuw geroepen is de aarde te bewerken en te bewaren. In zijn spoor krijgt de wereld weer de trekken van de tuin van het begin dat zo goed was. Alles kan weer opnieuw beginnen, hier waar de man en de vrouw, na de diepste crisis van verscheurdheid en verdriet, weer in vrede samen zijn. In het spoor van deze tweede Adam kan de wereld weer worden tot de bloeiende tuin van vrede en recht die God nog altijd voor ogen staat.

De overall van de tuinman past ons allemaal! Werk aan de wereld!

 

ds. Hans Meijer, wijkgemeente NoorderBrug

                                        Protestantse Gemeente