Geloofsbrief Uniekerk
In de aanloop naar de vereniging tot een plaatselijke Protestantse Gemeente, werd in de Uniekerk een geloofsbrief opgesteld.
Deze geloofsbrief is geschreven namens de kerkenraad en zowel gemeenteleden als ook enthousiaste critici van buiten hebben we uitgenodigd om mee te lezen. Het heeft het volgende resultaat opgeleverd.
De Uniekerk is een vrijzinnige wijkgemeente. Wij zijn als kerkelijke geloofsgemeenschap betrokken op de samenleving en de cultuur en hebben daarbij steeds ieder mens in zijn/haar specifieke context op het oog. Kenmerkend voor onze geloofsidentiteit is een open houding waarbij de vragen van het huidige tijdsgewricht serieus worden genomen.
Op een respectvolle manier onderzoeken we de overgeleverde geloofswaarheden en bevragen deze op de betekenis en relevantie voor ons leven in de 21ste eeuw.
De christelijke traditie is de primaire bron van onze geloofsinspiratie. We voelen ons geworteld in het bijbels gedachtegoed; in het evangelie vormt Jezus’ open en verdraagzame houding een voorbeeld. In het verlengde van deze traditie zoeken we naar geloofswaarheden die ons leven hier en nu raken.
De Uniekerk wil een open en gastvrije geloofsgemeenschap zijn. Het geloofshart klopt in de wekelijkse kerkdiensten, in de pastorale ontmoetingen, tijdens de kruispunten van het leven en rondom de diaconale activiteiten. Vanuit de individuele aandacht voor mensen zoeken we passende geloofsvormen die verbindend werken. Experimenten gaan we niet uit de weg, we staan open voor verandering door nieuwe maatschappelijke en/of wetenschappelijke ontwikkelingen die vragen om (ethische) beslissingen.
De Uniekerk wil nu en in de toekomst een huis van geestelijke voeding en creatieve ontmoeting worden. Het gewone leven en de zondagse vieringen staan er naast elkaar en kunnen elkaar tegelijkertijd ook raken en beïnvloeden. Een vrolijke herberg voor (zin)zoekers, voor cultuurliefhebbers en voor allen die uit zijn op onderlinge ontmoeting.
Visitekaartje
In - Eenheid in verscheidenheid - wil de Uniekerk woorden, hart, handen en voeten geven aan het geloof en het vermoeden:
dat God de dragende grond van ons bestaan is en dat zowel openheid als verdraagzaamheid naar elkaar en de samenleving tastbare vruchten daarvan zijn.